Over CVA - Beroerte
Op deze en de volgende pagina’s heeft het CVA Netwerk Eindhoven-de Kempen informatie voor u bij elkaar gebracht over ‘alles’ wat met een beroerte te maken heeft. Deze is vooral bedoeld voor patiënten en hun naasten. Voor professionals is een eigen pagina in het submenu.
Enkele cijfers over het voorkomen van een beroerte (een CVA) in de Nederlandse bevolking.
Elk jaar worden in Nederland 43.000 mensen voor de eerste keer door een beroerte getroffen. Dat zijn ongeveer 117 mensen per dag. 25% van de mensen is jonger dan 65 jaar. Een beroerte heeft twee vormen: het herseninfarct en de hersenbloeding. Ongeveer 80% van de mensen met een beroerte heeft een herseninfarct, 20% heeft een hersenbloeding.
In 2021 waren er bij de huisarts in totaal ongeveer 372.000 mensen bekend met een beroerte. In dat jaar overleden 8.965 mensen aan een beroerte.
Een beroerte kan veel oorzaken hebben: een te hoge bloeddruk, een te hoog cholesterolgehalte, suikerziekte (diabetes), overgewicht, hartritmestoornissen, onvoldoende lichaamsbeweging of roken. Verder zijn er erfelijke factoren die een risico op een beroerte opleveren.
Bron: Hersenletsel en Hersenstichting
Proces van herstellen en aanpassen
Een CVA ofwel beroerte doormaken is ingrijpend. Het is het begin van een periode van overleven, herstellen en leren omgaan met de gevolgen van de beroerte. Vanuit het perspectief van de persoon met een beroerte onderscheiden we vier fasen. Dit geldt ook voor mensen met een andere vorm van hersenletsel bijvoorbeeld na een ongeluk of val.
Vier fasen
- Overleven van hersenletsel
- Herstellen van hersenletsel
- Leren leven met hersenletsel
- Leven met hersenletsel
Professionals zijn vaak actief in een of meerdere fasen van dit proces. Het CVA Netwerk Eindhoven-de Kempen is vooral gericht op de eerste en tweede fase: overleven van een beroerte en het herstel en leren omgaan met een beroerte. Hier houdt het voor iemand na een beroerte echter niet op. Daarom werken we samen met het NAH netwerk Zuidoost Brabant en zorgverleners in de eerste lijn die met name actief zijn in de derde en vierde fase van het proces.