De behandeling van patiënten met niet-aangeboren hersenletsel is versnipperd. Het zou voor deze patiënten veel beter zijn als de betrokken artsen – revalidatieartsen en specialisten ouderengeneeskunde – hun aanbod integreren.
De ontstane tendens om mensen met een op voorhand onvoorspelbaar revalidatietraject en onzekere terugkeer naar huis beperkte toegang te bieden tot op herstel gerichte behandeling is niet te rijmen met een inclusieve samenleving. Dat patiënten met een psychische of sociale kwetsbaarheid, en mensen die een andere taal spreken, om deze reden worden afgewezen voor revalidatie betekent dat het huidig systeem ongelijke kansen biedt.
Het gescheiden aanbod van medisch-specialistische en geriatrische revalidatie is daarnaast zeer ondoelmatig en inefficiënt. In dezelfde regio zijn verschillende aanbieders met kostbare faciliteiten en expertises die overlappen en die met weinig middelen en kleine contracten met zorgverzekeraars expertise in de lucht houden. Gezamenlijk optrekken versterkt en vergroot de expertise en de faciliteiten, en zorgt voor een meer doelmatige inzet van middelen.
Kortom, de schotten tussen organisaties en specialismen leiden tot patiënten die tussen wal en schip vallen, tot inefficiënte inzet van expertises en faciliteiten, en tot ondoelmatige zorg.
Lees het hele artikel hier. Auteurs van het artikel zijn:
Willemijn van Erp, specialist ouderengeneeskunde en postdoctoraal onderzoeker, Accolade Zorg, Radboudumc, Libra Revalidatie & Audiologie
Anne Visser-Meily, revalidatiearts en hoogleraar UMC Utrecht
Monique Lindhout, directeur patiëntenvereniging Hersenletsel.nl
Jan-Willem Meijer, revalidatiearts en voorzitter raad van bestuur De Hoogstraat Revalidatie, Utrecht